Vadermoord in burgerlijk Duits: de Ludwigshafen "Tatort" is bloeddorstig.

Lena Odenthal en Johanna Stern verwachten een nieuwe rechercheur. Dat is niet de enige inconsistentie in een zaak die het beste zo snel mogelijk vergeten kan worden.
Daniele Muscionico

De klap met de pook komt van achteren. De zoon slaat zijn vader van achteren, een weerzinwekkende despoot, een lelijke man in zijn eigen recht, gekleed in korte broek en sandalen. Als er één morele waarheid is – en zoon Mike ziet die zo – dan is zijn vader (Bruno Cathomas, perfect gecast) een monster. En hij verdient zijn executie. Het bezoek van de jongen aan zijn huis met zijn verloofde Nisha eindigt met een dubbele moord: moeder en vader liggen in plassen bloed.
NZZ.ch vereist JavaScript voor essentiële functies. Uw browser of advertentieblokkering blokkeert dit momenteel.
Pas de instellingen aan.
De zaak van de Morschen-oudermoorden achtervolgt Duitsland al bijna dertig jaar; in Californië heeft de parolecommissie onlangs de vervroegde vrijlating van oudermoordenaar Lyle Menendez na 35 jaar afgewezen. Oudermoord, de technische term, is zeldzaam. Maar het heeft de reputatie bijzonder gruwelijk en verraderlijk te zijn – of bijzonder emotioneel geladen.
Gevoelens verdronken in kersenlikeurDe chaos en de gevolgen ervan staan centraal in de "Tatort"-aflevering in Ludwigshafen – en een waarschuwing is op zijn plaats. Als de dramatische plot bedoeld was om uit te leggen waarom de Duitse misdaadstatistieken in 2024 een nieuw record lieten zien voor geweldsmisdrijven, zou daar niets mis mee zijn. Maar als het simpelweg gebaseerd is op het cliché dat kleinburgerlijke stagnatie moordenaars voortbrengt, dat een dodelijk familiegeheim achter elk gesloten gordijn in een bungalow uit de jaren 70 sluimert, dan is het belachelijk simplistisch.
De tienerhoofdrolspelers Mike (Jeremias Meyer) en Nisha (Amina Merai) hebben vanaf het begin geen schijn van kans in een script dat het einde aan het begin van het verhaal plaatst. Ze willen niets liever dan samen gelukkig zijn. Maar waar ongeluk loert in de voortuin, buren afluisteren en de Duitse herder Fritz katten achtervolgt, vindt niemand geluk. De bron van woede, waarom gevoelens worden verdronken in kersenlikeur of worden uitgeleefd in bemoeizuchtig gedrag, blijft vaag.
Het aantal inhoudelijke en dramaturgische inconsistenties dat Annette Lober in haar debuutfilm "Tatort" in haar verhaal verwerkt, lijkt recordbrekend. Deze inconsistenties komen overeen met het personeel dat bij het onderzoek betrokken is. Dit keer zijn niet alleen hoofdinspecteur Odenthal (Ulrike Folkerts) en inspecteur Stern (Lisa Bitter) aan de zaak toegewezen.
Jeugd is een kwestie van toon.In "Mike & Nisha" is het de beurt aan de jongeren om te schitteren. Politieagent Hermann (Davina Fox) en assistent Langenkamp (Johannes Scheidweiler) betrekken de jongeren bij het verhaal. Hun acties zijn echter nauwelijks geloofwaardig. De een laat een verdachte zijn cafetariakaart zien ("Ik heb nog geen politiepas"), terwijl de ander haar dialect pronkt.
Als tegenwicht tegen de competentie van de doorgewinterde veteranen is de naïeve koelbloedigheid amusant, maar deze nonchalance draagt niet bij aan de zwaarte en de tragiek van de moordzaak. De ironische toon van de zaak stuwt de jonge moordenaars naar een bekende slotscène. Het doet denken aan David Lynch en Ridley Scott. En aan het feit dat een "Tatort"-aflevering soms een vlucht neemt. Deze niet.
«Tatort» uit Ludwigsburg, op zondag 9 november om 20:05 uur op SRF en om 20:15 uur op ARD.
nzz.ch



